Opa’s Vloot

Mijn opa had de leesmap. Thuis hadden wij heel veel boeken en zelfs een tiendelige Winkler Prins Encyclopedie. We hadden een abonnement op twee kranten, de Katholieke Illustratie, de Wereldbibliotheek en de Donald Duck. Bij ons thuis was dus overdreven veel te lezen. Maar wij hadden geen leesmap.

Mijn opa, de vader van mijn moeder, woonde om de hoek. Zijn straat was sociaal van een mindere klasse dan die van ons, maar daar had ik geen weet van op mijn zevende. Hij woonde daar met mijn oma en mijn oom, die maar negen jaar ouder was dan ik en die ik gewoon bij zijn voornaam mocht aanspreken. Opa was een kleine dikke man, Hagenees van afkomst en afgekeurd brillenmaker. Hij had een wat opvliegend karakter en een sterke antiautoritaire attitude, dat wil zeggen dat hij alles wat door de wet of anderszins boven hem was gesteld sterk wantrouwde. Zijn eigen autoriteit trok hij bij mijn weten nooit in twijfel.

Op een of ander wijze was ik zijn lievelingskleinkind. In ieder geval had ik zijn eigenwijsheid geërfd, die ik kon adstrueren met boekenwijsheid. Ik las vanaf mijn derde en sindsdien was ik een letterspons. Opa en ik waren vrienden. Hij leerde mij fietsen en dat de politiek niet deugde. Hij maakte mij ook wijs dat hij commissaris van politie was geweest. Ik geloofde hem onvoorwaardelijk. Wat politiek betreft geloof ik hem nog steeds.

En hij had de leesmap. Behalve bladen als de ‘Eva’ en ‘De Wereldkroniek’ bevatte de map ook een stripblad, ‘Kuifje’. Daarvan was eigenlijk alleen de middenpagina interessant. Daar stond een marineschip, afgebeeld in vele kleuren. Elke week een ander schip. Deze middenpagina’s beschouwden mijn opa en ik als een catalogus. We bespraken de voordelen van het type van de week, want nadelen bestonden in die dagen niet. We bespraken ook hoeveel exemplaren we van het betreffende model gingen aanschaffen, want we spaarden voor een vloot. Dat wil zeggen dat opa mij elke keer een dubbeltje gaf. Om die geldswaarde voor jongeren te verduidelijken: voor dat geld kon je in die dagen (midden jaren vijftig) een ijsje van Jamin kopen. Van die vloot zou ik admiraal worden en mijn opa kapitein op een van de schepen. Opa’s aller landen, ook al bent u arm, voor uw kleinkinderen kunt u de rijkste man te wereld zijn. U heeft Aandacht en Fantasie nodig. Dat kost weinig. Voor de prijs van een ijsje per week heeft uw kleinkind een vloot. Neem wel de leesmap.

Rubriek(en): De MensTags: ,

Nog geen reactie, laat uw stem beneden horen!


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.