Enige gedachten over de hoofddoek

Onze adjunct-hoofdredacteur draagt een haarband, zeg maar een gevouwen hoofddoekje. Een enkele keer wordt daar welereis besmuikt lacherig op gereageerd, maar vijandigheid maakt hij nooit mee.

Hoewel zijn hoofddoekje praktisch bedoeld is, want het houdt zijn veel te lange haar uit zijn gezicht, drukt betreffende dracht ook iets uit. Het zegt bijvoorbeeld tegen de buitenwereld dat de drager non-conformistisch is en graag wil opvallen. Het zegt ook tegen sommige kringen dat de drager waarschijnlijk bedreven is in een vechtsport en dat men dient op te passen hem onheus te bejegenen. Zo’n simpel hoofddoekje heeft bij onze adjunct een veelzijdige functie. In de jaren vijftig droegen Franse damesfilmsterren vaak een hoofddoek. Meestal was dit een behoorlijk grote lap, die onder de kin was vastgeknoopt. In combinatie met een zonnebril moest deze dracht erotiek uitstralen en omdat het niet voor niets filmsterren waren, werkte het ook. Overigens is een hoofddoek de enige haarbedekking die enigszins bruikbaar is bij hoog opgestoken kapsels.

In de jaren vijftig had je ook nonnen, die je nooit zag zonder hoofddoek. Omdat die in de stijfsel was gelegd, werd het een kap genoemd, maar het bleef natuurlijk een hoofddoek. Deze vorm was duidelijk anti-erotisch. Nonnen deden het alleen met Jezus en daar kon geen andere man tegenop. Aan de kap kon je zien bij welke orde of congregatie ze hoorden, maar één ding was duidelijk: de draagsters waren Rooms-Katholiek. Deze drie vormen van hoofddoeken hebben een oplopende graad van depersonalisering. Nonnen dienden zo min mogelijk persoonlijkheid te hebben, want elke non moest een ander kunnen vervangen. Filmsterren hebben alleen een gespeelde en publicitaire persoonlijkheid en onze adjunct is alleen zichzelf. Het ene hoofddoekje is dus de andere niet en dat willen we graag zo houden. De prangende vraag is tegenwoordig niet of we hoofddoekjes eventueel moeten verbieden, maar welk hoofddoekje. De adjunct heeft het wel ereis meegemaakt, dat hem bij een kerkbezoek werd gevraagd zijn haarband te verwijderen. Theologisch is dit onzin, omdat de god van de christenen alleen een onbedekte mannenkruin wil zien en alleen een hekel heeft aan de kruin van dames. Maar iedereen heeft het recht om huisregels op te stellen voor zijn bezit en daar moeten we niet moeilijk over doen, want niemand is verplicht betreffende ruimte te betreden. De redenen waarom mensen een hoofddoek dragen, zijn velerlei. Het hoofddoekje van een poetsdame is van een andere categorie als het hoofddoekje van een bewuste moslima en die laatste kan ook weer verschillende redenen opgeven.

De mooiste die ik ooit heb gehoord, was van een Marokkaanse die een hoofddoek droeg uit respect voor andere vrouwen. De mannen van die andere vrouwen zouden wel eens op haar weelderige lokken kunnen vallen. Dat dat impliceerde dat niet-hoofddoekjesdraagsters geen respect voor andere vrouwen zouden hebben, had ze waarschijnlijk niet door. Theologie is een zaak van specialisten. De vraag is of de persoonlijke motivatie van een hoofddoekjesdraagster van belang is. Het antwoord dient een duidelijk neen te zijn. Niemand kan in de kop van een ander kijken en niemand heeft zich te bemoeien met de gedachten van een ander, behalve in discussie. Of iemand iets doet vanwege een godsdienstige opvatting die hij deelt met anderen of vanuit een niet-religieuze persoonlijke opvatting, doet niet ter zake. Mensen die zich achter hun geloof verschuilen en dus achter een groep, zouden eens moeten bedenken dat de stichters van hun religie allemaal in hun eentje begonnen zijn. Dat verdient respect, zeker, maar dat zou dan ook moeten gelden voor allerlei andere onafhankelijke denkers.

Moeten hoofddoekjes verboden worden? Ook dit dient ontkennend beantwoord te worden. Net zo min als hakenkruisen verboden moeten worden. Iets verbieden omdat mensen daardoor gekwetst of anderszins gestoord worden, is kwetsend voor de drager van een of ander symbool. Let wel, ik heb het over symbolen, niet over de bijpassende daden. Ik ken mensen die zich uitermate storen aan slecht taalgebruik, maar ik ken niemand die het zou willen verbieden. Al deze uitingen hebben een groot voordeel: je weet snel wat voor vlees je in de kuip hebt. Als mensen zich uiterlijk zwaar profileren, is dat gemakkelijk voor de medemens. Het spaart ongelooflijk veel tijd. Als we er allemaal hetzelfde zouden uitzien, zouden we eerst een gesprek met iemand moeten aanknopen om te weten wat die iemands zijn ideeën zijn. Het voordeel van kleding en accessoires is evident: het schept duidelijkheid. En net zoals iedereen het recht heeft om zijn mening te uiten, heeft een ander het recht om niet met de dragers van die mening om te gaan.

Onze adjunct maakte eens een wandeling door de binnenstad van de provinciestad Ommen. Hij was gekleed in zijn gebruikelijke zwart. Hij droeg een mouwloos zwart jack. Verder liep hij met een stok. Zijn hoofddoek en een zonnebril complementeerden het geheel. Hij kwam langs een terras waarop de leden van een motorclub gezeten waren. Geen Hell’s Angels, maar in de buurt. De adjunct is als de dood voor dit soort lieden, maar tot zijn verbazing werd hij welwillend toegeknikt. Hij realiseerde zich later pas op hen te lijken. Een hoofddoekje is een veelzijdig accessoire.

Rubriek(en): De Mens, MissiveTags: , , ,

Nog geen reactie, laat uw stem beneden horen!


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.