Echt

De film Paterson van Jim Jarmusch gaat over een week uit het leven van de buschauffeur Paterson die woont en werkt in de stad Paterson in New Jersey. Overdag zit hij op de bus, daarna gaat hij naar zijn huis waar zijn vriendin Laura op hem wacht met het eten en iets artistieks dat ze die dag gemaakt heeft. Daarna gaat hij met zijn hond naar de kroeg. Hij maakt bijzonder weinig mee. Hij observeert, luistert gesprekken af van zijn passagiers en schrijft gedichten in een klein schriftje. Hij is fan van William Carlos Williams die een dichtbundel met als titel Paterson geschreven heeft. Williams en het stadje Paterson bestaan echt. Overigens een briljante film.

Lees meer

Taalbazen

Een zeer goede vriend van mij - ik ken hem al haast zestig jaar - is net zoals ik een taalfreak. Dat is iemand die geen vaderland heeft, maar een moedertaal. Zonder die taal heeft hij geen reden van bestaan. Hij voelt zichzelf bewaker van die taal en accepteert niet de fouten die anderen maken. Als hij zelf onverhoopt een fout maakt, schaamt hij zich dood. Mijn vriend, laten we hem Bob noemen, en ik zijn allebei schrijvers. We lezen elkaars stukjes altijd met genoegen. Maar laatst betrapte Bob mij op een fout. Ik schreef: ‘ik werd voorgelezen.’ Volgens hem moest het zijn: ‘mij werd voorgelezen.’ Daar had hij helemaal gelijk in, maar ik deed het expres.

Lees meer

De schrijver schrijft

Ik moet beginnen met een bekentenis. Als een geliefd persoon dood gaat, is mijn eerste gedachte dat ik een grafrede moet schrijven. Een normaal mens gaat eerst een tijdje verdrietig zijn voor hij of zij enige daadkracht gaat ontwikkelen, maar bij mij ligt dat dus anders. Ik wil een verbaal...

Lees meer

Sodeknetter

Door omstandigheden kijk ik tegenwoordig vaak televisie. En dan is het haast onvermijdelijk dat je wel eens wat reclame meeneemt. En daar hoor ik de onnavolgbare stem van Peer Mascini die bij een wijnvoordeelspot uitroept: ‘Sodeknetter, wat voordelig!’ Dit raakt mij. Ik word er vrolijk van. Sodeknetter is een koesterwoord. Knetter op zich is al fijn. Het kan verwijzen naar een ratelende scheet, het menselijke hoofd (kale knetter) en naar gekte.

Lees meer

Pluralia tantum

Ik was laatst met een paar mensen voor een dronken weekje in de Ardennen. Het is vrijwel altijd slecht weer daar, dus de beste manier om te overleven is genotsmiddelen gebruiken. In zo’n roes overviel mij het verpletterende inzicht dat er geen één Arden was. Je schijnt te kunnen zeggen: kijk daar is een Alp, maar je zegt niet dat de ene Arden hoger is dan de andere. De Ardenners zelf zullen wel een plaatselijke naam hebben voor elke zich onderscheidende verhoging. Maar echte bergen zijn het niet en in het Frans is het gewoon enkelvoud Ardenne.

Lees meer

Souzemangels

Geachte lezer, kent u het woord souzemangel? Als u ja zegt, bent u mijn broer. Mijn vader bezigde dit woord als hij het had over slechte tanden. ‘Brr, die heeft een stel souzemangeltjes!’ Ik heb dat woord altijd beschouwd als iets dat niet tot het normale taaleigen van een Nederlander behoort, maar ook niet iets dat mijn vader zelf had bedacht. Ik kende ook rare woorden als attenooie, bijgoochem, leplazerus, vinketering, achenebbisj, jajem, geteisem en hoteldebotel. (Aquaduct kwam later.) Mijn Hagenese opa van moeders kant was behalve brillenslijper ook handelaar.

Lees meer

Stadsdichter

Mijn beroepsambities hebben zich sinds mijn jeugd in een dalende lijn bewogen. Ik begon met het ambt van Paus. Ik was toen vier. Het leek me wel wat dat als je op de radio iets zei de mensen thuis gingen knielen. Tenminste, mijn moeder deed dat als de Paus de zegen Urbi et Orbi (voor de stad en voor de wereld) uitsprak. Et benedictio Dei omnipotentis: Patris et Filii et Spritus Sancti descendat super vos et maneat semper. Dat werd half gezongen en daarna kwam er een wereldwijd dito ‘Amen’ als antwoord. Van te voren had de Paus een toespraak gehouden in het Italiaans waarin hij vertelde dat hij erg voor vrede was of tegen niet-functionele seks. Dat je zo’n invloed op mensen kon hebben, dat leek mij wel wat.

Lees meer