Sodeknetter

Door omstandigheden kijk ik tegenwoordig vaak televisie. En dan is het haast onvermijdelijk dat je wel eens wat reclame meeneemt. En daar hoor ik de onnavolgbare stem van Peer Mascini die bij een wijnvoordeelspot uitroept: ‘Sodeknetter, wat voordelig!’
Dit raakt mij. Ik word er vrolijk van. Sodeknetter is een koesterwoord. Knetter op zich is al fijn. Het kan verwijzen naar een ratelende scheet, het menselijke hoofd (kale knetter) en naar gekte.

Daarbij komt nog het voorvoegsel sode, hetgeen natuurlijk afkomstig is van sodemieter, dat ook al een rijk woord is dat van homoseksueel geëvolueerd is tot lichaam (iemand op zijn sodemieter geven) en opdonderen. Een afgeleide hiervan is de uitdrukking ‘mieters’ dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw de plaats innam van vet, cool, gers en meer van die termen die uitdrukken dat de spreker een positief gevoel over iets heeft. Sode is een versterkingswoord geworden. Sodeflikker op is sterker dan alleen maar flikker op. En dan nog de curieuze combinatie met ju. ‘Sodeju, wat een amechtig baasje!’ En ju is weer een afkorting van nondeju, dat op zijn beurt weer is afgeleid van nom de dieu, naam van god dus. Als we scherpslijpen is sodeju een gay god.
Het woord god is in krachttermen zeer geliefd. Maar vaak verhuld. Via god verdoem mij is men tot termen gekomen als gatver en gatsie. Gatverdakkie en gatverdarrie zijn een mooi duo, waarbij de eerste wat preutser is dan de tweede. Darrie is natuurlijk derrie, waarvan het algemeen bekend is dat men er niet in moet trappen. Shitgod dus. Jeetje.
We hebben woorden nodig om onze emoties uit te drukken en lange zinnen worden slechter begrepen dan korte. ‘Ik vind u een onaangenaam individu’ werkt minder goed dan ‘Krijg de piktering.’ ‘Houd je waffel’ werkt normaliter beter dan ‘Na ampele overwegingen ben ik tot de conclusie gekomen dat uw conversatie de aanwezigen danig stoort.’ Alleen Maarten van Rossem komt met dit soort volzinnen goed weg.
Omdat ergernis een van de meest voorkomende gemoedstoestanden is, is het prettig als we daar ook uiting aan kunnen geven, maar als termen vaak gebruikt worden, slijten ze. Of ze worden niet meer begrepen. Ik heb vroeger nog wel eens ‘Je kunt me de bout hachelen’ gebruikt, zonder dat ik wist dat het poep eten betekende. Werkt dus niet echt meer, maar misschien zijn geheimzinnige verwensingen ook effectief. Enigszins verwant met: ‘Je kunt krijgen wat ome Piet heeft gehad.’ ‘Wat dan?’ ‘Dat weet ik niet, maar hij is er wel aan doodgegaan.’
‘Krijg de hik’ was vroeger een beetje truttige verwensing, totdat iemand ‘van hier tot Medemblik’ eraan vastplakte, hetgeen als extra naar moet worden beschouwd. Rijmen versterkt sowieso altijd. Een krul in je lul, een zweer aan je jongeheer, een bananus in je anus, polio aan je jodokio van hier tot Tokio, dat soort dingen. Het binnenrijm bij stoephoer vind ik erg prettig, maar in sommige kringen vond men dat al te gemakkelijk, dus werd het: overdwars uit de baarmoeder gerukte stoephoer. En dan zijn er nog mensen die denken dat het Nederlands geen poëtische taal is. ‘Etter, schijt een boterletter; schijt er twee, dan eet ik mee’ doet mij meer dan de verzamelde poëzie van Faverey. Alliteratie werkt ook goed: kloteklapper, tyfusteringtemeier, punaisepisser, smegmasmous. En de assonanties: klootviool, luizenpuist, labbekak, galbak, etternek, slijmlijer, poldersnol, flatslet, kelderdel.
Ikzelf vind het woord lul zeer bruikbaar, zeker als het enigszins gerekt wordt uitgesproken. Het is voor zover ik weet de enige scheldpalindroom en dat moeten we koesteren. En het heeft een aantal aardige variaties, zoals lul-de-behanger en droplul, waarvan ik denk dat het oorspronkelijk een druiplul is geweest. Lullensmid als term voor een arts in venerische ziekten vind ik erg fraai. Waar oetlul vandaan komt, is mij en de etymologische wetenschap onduidelijk, maar het bekt uitstekend.
En roept u nu zelf eens tietjanberelul tegen uw incompetente en verachtelijke manager. U wordt waarschijnlijk ontslagen, maar o, wat lucht dat op. Sodeknetter!

P.S. Potjandikkiedoossie, godzalmekrakkepitte, sodebille, mozesmina, jezusteropeenhoutvlot, godfriedvanbouillon, attenooielaheine, azathioprine, ruttemethuttemutte, potverpielekens, miljaar, brandenburgconcert, sapristi, fredbenavente, nondekanon, bolkedebeer, mosjemeerkeuzevraag.

Rubriek(en): Missive, Taal- en LetterkundeTags: , ,

Nog geen reactie, laat uw stem beneden horen!


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.