Letters

Er zijn wel eens uren in mijn leven dat ik niks te doen heb met mijn handen. Maar omdat ik mijn hoofd niet stil kan zetten, komen er dan wezenloze gedachten in mijn hoofd op. Laatst moest ik ineens denken aan de letter N. Dat vind ik nogal een sneue letter. Hij komt heel vaak voor, een op de tien geschreven letters is een N, maar omdat hij vaak aan het eind van een woord staat, wordt hij veel minder uitgesproken dan waar hij recht op heeft. Tenminste hier in het westen, want in Groningen denken ze daar heel anders over. Het uiterlijk van de N daarentegen is heel aangenaam: ondersteboven blijft hij hetzelfde, wat wijst op een stabiel karakter. Voor alle zekerheid: het gaat hier om kapitalen, hoofdletters of blokletters. N, niet n. Ik heb niks tegen de n, maar dat uitsteekseltje links maakt hem een beetje stiekem.

En toen ik die N eens goed bekeken had, kwam ik vanzelf terecht bij de andere letters. Laten we die nu ook maar eens bekijken. We beginnen met de A. Alles begint met een A. Ongelooflijk stabiel, valt nooit om. Er zijn zelfs A-vormige huizen gebouwd. Een dak en een verdieping tegelijk. Daar hoef je bij die andere letters niet mee aan te komen. Natuurlijk, de X en de M zijn ook stabiel, maar je ziet gelijk dat ze bij een regenachtig klimaat niet functioneel meer zijn om in te wonen.

De E is onze meest voorkomende letter, een op de vijf letters is een E. (Eigenlijk zou ik voor dit stukje de capslock moeten aanzetten, maar dan wordt het minder leesbaar en dan zou u afhaken en dat wil ik niet omdat ik dit stukje dan net zo goed niet zou kunnen schrijven.) Everything starts with an E. In het Latijn werkt deze grap met een O, maar laten we niet op de zaken vooruit lopen. De E is ook stabiel, in tegenstelling tot zijn neef de F die al omvalt als je er naar kijkt en vandaar dat hij maar een op de 123 keer voorkomt. Het schijnt overigens dat bij chocoladeletters de F even zwaar is als de E, maar dat heb ik nooit gecontroleerd. Ik had als kind met Sinterklaas altijd medelijden met mensen die Izaak heetten, maar dat bleek achteraf niet nodig. Mijnheer Droste is een rechtvaardig man. Dit brengt mij erop dat letters van banket heel anders zijn dan chocoladeletters. Als je een letter moet schrijven en je moet je pen van het papier halen, dan krijg je problemen als je die letter maakt van bladerdeeg. Een K is dan niet prettig om te maken en zou dan onevenredig duur worden. Vandaar dat banketletters altijd een S  zijn, hoewel er M-en zijn gesignaleerd. Een I is in deze sector geen letter maar een staaf.

Maar ik dwaal af. Een T is een soort weegschaal, hij kan gespiegeld worden, en voor de stabiliteit hebben vroegere letterontwerpers de schreef bedacht. Dat is dat uitsteekseltje aan het eind van een letterstreepje. Neem er even een vergrootglas bij en u ziet het verschil tussen een T en een T. (Doet u dit in een andere tekst, want het lukt mij niet om een schreefje in dit format te krijgen.)De eerste is een vriendelijke letter en de tweede is twee streepjes. Een goede letter herkent u aan de schreef. Schreefloze letters (sans serif) zijn eigenlijk alleen maar geschikt als kopletter en op schermen, want schermen houden niet van subtiliteit.

AEFHIKLMNTVWXYZ, deze letters hebben gemeen dat ze allemaal uit rechte streepjes bestaan.

BCDGJOPQRSU hebben curves nodig. Dat kunnen we hen niet kwalijk nemen, ze zijn ook maar bedacht. De U is niets meer dan een kromme V en vroeger was er ook geen verschil. De U bestaat pas sinds de 14e eeuw en pas in de achttiende eeuw werd de U geaccepteerd door de Academie Française, maar die is tegenwoordig nog steeds een fossiel.

Ik heb vroeger vaak gedacht dat dik niet voor niets met een D begint. De D is een geabstraheerde pens, maar later realiseerde ik me dat het in andere talen niet opgaat. Zie ook B voor buste, borst en boezem. Even negentig graden draaien en u begrijpt wat ik bedoel. De L voor lul gaat waarschijnlijk te ver.

De C en de Q zijn problematische letters. Niet zozeer door hun vorm, maar door hun uitspraak. Qua klank hebben we ze niet nodig. De C is een S of een K. De Q heeft de U nodig om zich te kunnen manifesteren. De Q op zichzelf is helemaal niets. En kwa vorm is het een O met een piemeltje. Niet dat ik een hekel aan hem heb: mijn snobistische kant vindt een croquet lekkerder dan een kroket. Als hij afgeschaft wordt door spellingvernieuwers, zal ik zachtjes huilen, maar zolang hij op mijn toetsenbord staat, zal ik hem blijven gebruiken. Ik ben trouwens ontzettend jaloers op de IJslanders, omdat die de prachtige letters Þ en ð hebben, maar eigenlijk zijn dat twee vormen van wat wij met th moeten aanduiden en dat valt geheel buiten de grenzen van deze beschouwing. Ze hebben vast een ander toetsenbord. Wij Nederlanders hebben die rare IJ en de CH. De laatste is een scherpe G, maar in het westen van Nederland is dat verschil weggevallen. Gelukkig bestaan er nog Brabanders en Limburgers. De J is een aanstellerige letter die niets meer is dan een I met een slingertje, maar we hebben hem wel nodig want met dat slingertie wordt hij toch anders uitgesproken.

Wie hebben nog niet gehad? De W is niks anders dan twee V’s. De Engelsen zeggen nog steeds dabbeljoe. Te lui om Wee uit te vinden. De H heeft een prachtige vorm. Met veel H’s kan je een huis bouwen, maar qua klank is het een slappe letter. Zonder de O hadden we het wiel niet uitgevonden. Van de R weet nog niemand hoe die uitgesproken moet worden. De K hebben we keihard nodig, is qua vorm erg verwant aan de R, maar heeft een openheid, haast een wijzendheid rechtsboven, die ik moeilijk kan bevatten.

De M en de P zijn heel bijzondere letters omdat een beginnend mens, een baby, die letters heel goed uit het onvolwassen mondje kan krijgen. De M is geweldig, je hoeft er niks voor te doen. Je hoeft er je bek niet voor open te trekken. Gewoon de lippen op elkaar houden en dan een soort van neuriën, maar dan anders. De M is de enige medeklinker die echt muzikaal is. Stop er een klinker achter en liefst die met de meest open mond, de A, dan krijgen we mama. Ik ben ervan overtuigd dat het geluid er eerder was dan de betekenis mama. Misschien is met mama de taal begonnen. Papa is iets moeilijker. De P is een probeersel. Baby’s houden van een M, maar ook van een P. Maar ook hier komt de A er gemakkelijk achter. Omdat dit stukje op twee benen hinkt, moet ik even vermelden dat de P als vorm absoluut instabiel is, maar dat weet u inmiddels ook wel. De M is een rots in de branding als letter en de W doet het omgekeerd.

Ik heb ze haast allemaal nu gehad. Er resten ons nog de Y en de Z. Een Y is een bastaardletter, nergens voor nodig, dikdoenerij. We zeggen wel IJ tegen hem, maar het is een i-grec, een Griekse I. En vaak is het een substituut voor de I. De Engelsen zeggen waai. Hij is instabiel, nog erger dan een T, maar hij lijkt verdomd veel op een borrelglas en dan kun je toch niet slecht zijn. Ik ben zeer blij dat mijn voornaam een Y bevat. Hij komt maar een op de 3000 keer voor. Alleen de Q is zeldzamer, een op de 11000.

En dan de Z. Zwaan begint met een Z. I rest my case.

 

Rubriek(en): Algemene kennis, MissiveTags:

Nog geen reactie, laat uw stem beneden horen!


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.