De liefde van de vrouw gaat door de maag

Vroeger had je een gezegde dat de liefde van de man door de maag gaat. Daar bedoelden ze dan mee dat een goede kokkin altijd wel een acceptabele man kon vinden. Dat was niet geheel onzin. Je eet vaker in je leven dan dat je bijvoorbeeld seks hebt, om maar wat te noemen. We eten nogal vaak. Liefst wel. Maar als je alleen eet om voldoende calorieën binnen te krijgen, heb je geen behoefte aan de kwaliteit van dat voedsel. Mijn oude vriend Akim uit de oertijd wilde voornamelijk véél voedsel, liefst in vleesvorm. Desnoods at hij stukken van planten, als de beesten zich niet lieten vangen. Maar hij trouwde wel met de vrouw die het vlees het beste kon roosteren, want Akim was op zijn manier een fijnproever.

Er is veel bekend over vrouwen die voor mannen kookten, ook redelijk veel van mannen die voor andere mannen kookten of lieten koken, maar niet veel over mannen die voor vrouwen kookten.

Mijn moeder was kooklerares en ze kon daarom – of ondanks dat – goed koken. Nu weet ik wel dat kleine jongetjes die van hun moeder houden alleen maar háár kooksels prefereren en niet die van andere moeders. Je neemt tenslotte ook meestal het geloof van je vader aan. Maar de collega’s van mijn vader en mijn vriendjes die wel eens meeaten, vonden niet alleen mijn moeder mooi, maar ook haar eten. De bewondering voor haar als keukenprinses was echt. Helaas moet u dat van mij aannemen, maar wat oudere vrienden van mij die haar gekend hebben, zullen dat beamen.

Ik heb veel van haar geleerd. Op talrijke gebieden, maar we hebben het hier over koken. Ze leerde mij bijvoorbeeld een roux maken, in het bijzonder een bruine, de basis voor veel sauzen en als je geen saus kunt maken, kan je niet koken. Een bruine roux vraagt geduld. Blijven roeren en op tijd ophouden. Uien bakken, het lijkt gemakkelijk, maar timing en aandacht zijn noodzakelijk. Mijn moeder wilde altijd het uiterste uit het bakken van haar uien halen. Uien zijn het lekkerst vlak voor ze verbranden. Ga je te ver, dan moet je de uien weggooien. Houd je een veilige marge, dan smaken ze flauw. Mijn moeder had een trauma opgelopen door in haar jeugd gekookte uien te eten te krijgen. Haar moeder kon niet behoorlijk koken. Mijn opa is alleen met mijn oma getrouwd omdat het een moetje was. Voor de jongeren onder de lezers: een moetje is een trouwerij als de bruid al zwanger is en je als man toch je verantwoordelijkheid wil nemen.

Mijn moeder was in haar keuken de baas. Mijn vader zette daar geen voet als het niet strikt noodzakelijk was. Dat gaf haar de gelegenheid om tijdens haar routine van het koken haar niet geringe sociale vaardigheden te exploiteren. De keuken was haar spreekkamer. Daar gaf ze jongelui, meestal vriendinnen of vrienden van mij, adviezen over het leven. Niet ze dat daar zoveel over wist, maar ze was voor de jongeren een wijze vrouw. Een vriendje van mij is zelfs directeur van een koksschool geworden. Door haar, denk ik.

Omdat ik dus door mijn moeder een voor een adolescent aardige kok was geworden, ging ik deze kunde toepassen. Ik kookte voor mijn vrienden en vriendinnen. In mijn studententijd kookte ik voor een aantal vrienden tegen betaling. Dat wilde zeggen dat ik de kosten hoofdelijk omsloeg zonder mijzelf mee te tellen. Ik kookte, maar at voor niks. Ik kende een slager die drie paardentartaarjes voor een gulden verkocht. Dit speelt zich af in de jaren zeventig, maar ook toen was dat goedkoop.

Elke zakenman weet dat het beter onderhandelen is na een goede maaltijd. De buik is aangenaam vol en mooie gedachten vervullen het hoofd. Men is bereid te luisteren naar een redelijk voorstel. Als dat mooie gevoel wordt bereikt door het koken van de onderhandelingspartner zelf in plaats van door een ingehuurde kok, wordt de mooiheid vermengd met bewondering. De mannen die nu rond de zestig zijn, zijn misschien tegenwoordig aangename voedselbereiders, maar ze waren dat niet toen ze begin twintig waren.

Ik wel.

Ik had een geheim wapen. De verbazing in die dagen dat een man kon koken had als effect dat mijn seksuele aantrekkelijkheid aanzienlijk werd vergroot. Sommige dames heb ik het bed in gekookt. Tot mijn verdediging moet ik zeggen dat ik het niet expres deed. Ik wist het toen niet: dat bij veel vrouwen de liefde ook door de maag gaat. Ik wist niet beter. Maar koken kost minder inspanning dan geforceerd de macho uithangen. Ik noem maar iets.

Ik heb tegenwoordig nogal eens de neiging om mensen die bij mij komen eten te epateren met mijn overvloed aan verschillende gerechten. Meestal lukt dat. Ik krijg gepaste bewondering. En als het gerecht niet perfect is, ben ik de eerste om dat te vertellen. Bij mij heerst een uitdaging om als man, als kok, op mijn leeftijd, bijzonder te zijn. Dat is kinderachtig, maar wel aangenaam zolang het lukt.

Er komt natuurlijk een tijd dat mijn smaak achteruit gaat. Dat mijn kookkunsten verminderen. Dat ik de uien niet meer kan bakken zoals mijn moeder het deed. Dat ik de roux laat verbranden.

Mijn moeder moest op het eind van haar leven genoegen nemen met een voor haar inadequaat keukentje in het verzorgingstehuis. Het door de leiding verstrekte eten was ook niet geweldig, hoezeer ze ook hun best deden. Mijn moeders norm lag hoog.

Als ik zelf in het verzorgingstehuis ben, zal ik blijven kankeren op het eten. En misschien zal ik nog een keer een mooi gerecht maken voor een lieve oude vrouw. Als ze mij wil bedanken voor het feit dat zo’n oude man nog zoiets moois kan bereiden, sterf ik gelukkig.

 

 

Rubriek(en): Fictie, VerhalenTags: , , ,

Nog geen reactie, laat uw stem beneden horen!


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.